
Dantons Dood • Toneelschuur Producties
Speciaal voor Oerol (Terschelling) en Festival Over het IJ (Amsterdam) maakt Joost van Hezik samen met Timen Jan Veenstra een radicale bewerking van Georg Büchners: Dantons Dood. De strijd tussen Danton en Robespierre wordt toegesneden op hèt dilemma van de moderne mens: Moeten we van het leven genieten, of moeten we in opstand komen voor een betere wereld? Ook het publiek moet kiezen: ben je bereid tot actie of niet?
Met Sadettin Kirmiziyüz (Somedaymyprincewill.com, De vader, de zoon en het heilige feest en Avondland), Judith Noyons (Polaroids, De ziekte die jeugd heet, Solness), Justus van Dillen (Heilig Vuur, Huisgoden), Rosa da Silva en Tim Linde.
Joost van Hezik is in de periode 2013-2016 één van de vier vaste theatermakers binnen Toneelschuur Producties. Dantons Dood is de eerste in een vierluik van voorstellingen rond het thema “REVOLUTIE!“. Eerder maakt hij bij Toneelschuur Producties: Na het einde en Solness.
"De strijd tussen Georges Danton en Maximilien Robespierre wordt hier als bloederige punkrevue gespeeld" (de Volkskrant)
‘Het is niet het eerste onderwerp waaraan je denkt tijdens een zomerfestival van luchtige frivoliteit, en daarom des te gewaagder. De expressief zwart-rood geschminkte Robespierre roept de toeschouwers op tot engagement. Danton is zijn elan allang verloren, hij verschanst zich in een kooi.’ (NRC Handelsblad)
"Zo slingert de voorstelling je steeds heen en weer, niet in de laatste plaats omdat Kirmiziyüz en Van Dillen briljant het publiek én elkaar weten te bespelen – een fantastisch staaltje retorica geven ze hier ten beste. De aandacht laten verslappen is bijna niet mogelijk."
(***** theaterkrant.nl)
regie Joost van Hezik tekst Timen Jan Veenstra naar Georg Büchner spel Justus van Dillen, Sadettin Kirmiziyüz, Judith Noyons, Rosa da Silva en Tim Linde dramaturgie Pol Eggermont decor & licht Wikke van Houwelingen foto's Wikke van Houwelingen / Saris & den Engelsman
























Van Hezik dwingt tot stellingname ★★★★★
Georg Büchner twijfelt. Hij dacht dat revolutie goed was. Maar tegen het eind van Dantons dood weet de schrijver dat niet meer zo zeker. Wat voor slot moet hij zijn toneelstuk geven? Zijn twee personages staan driftig te touwtrekken om zijn sympathie. Maar Büchner geeft het publiek het woord – of eigenlijk doen regisseur Joost van Hezik en schrijver Timen Jan Veenstra dat natuurlijk.
De rol van Büchner (Tim Linde) is door Veenstra zelf toegevoegd in deze nieuwe bewerking van Dantons dood voor Toneelschuur Producties. Veenstra en Van Hezik lieten zich voor hun stuk inspireren door redevoeringen van Danton en Robespierre uit Büchners oorspronkelijke tekst en voegden daar Büchners eigen verhaal aan toe; over zijn politieke pamfletten, zijn revolutionaire inborst en over wat hij had willen veranderen in de wereld. Büchners openlijke twijfel over het juiste eind leidt dan tot een uitnodiging aan het publiek om zelf maar te kiezen: actief stelling nemen en deelnemen aan de revolutie, ook al vallen daarbij misschien wat lijken (Robespierre), of de lieve vrede bewaren en in bed blijven (Danton)? Een briljante vondst: Büchner dwingt je uiteindelijk dan niet tot revolutie, maar wel tot stellingname.
Vanaf de kerkbanken van de kerk in het Terschellingse Midsland zijn we dan al getuige geweest van een felle woordenstrijd tussen Georges Danton, minister annex levensgenieter uit de tijd van de Franse Revolutie, en Maximilien de Robespierre, de meedogenloze staatsman die Danton in 1974 onder de guillotine liet brengen omdat hij zich tegen zijn schrikbewind had gekeerd (en zich daarmee in het kamp der anti-revolutionairen had geschaard). Danton (Justus van Dillen) loopt rond in rode trainingsbroek en een roze hemd, in een bontjas, geschminkt als pierrot. Robespierre (Sadettin Kirmiziyüz) is zwarter, met streken rood, zijn kop grimmiger geverfd, van hem valt te vrezen. Hij zal wel eens afrekenen met de heldenrol die Danton in de geschiedenisboeken heeft toebedeeld gekregen, houdt hij ons aan het begin van hun redetwist voor.
Gods huis ziet eruit alsof het in zijn afwezigheid is gekraakt: overal hangen en slingeren lege pizzadozen en blikken bier, de kansel is ingepakt in vuilnisplastic en aan de wanden prijken revolutionaire leuzen: ‘Follow no instructions’, ‘Money creates taste’, ‘I can’t believe I still have to protest this shit.’ De kerk ontheiligd? Misschien, maar voor een nieuw (te betwisten) ideaal dan toch.
Tussen de echte Robespierre en Danton (althans zoals ze de geschiedenisboeken zijn ingegaan) is het niet moeilijk kiezen. Maar tussen de felle, bevlogen Robespierre van Kirmiziyüz en de hedonistische, wat naïeve Danton van Van Dillen ligt het stukken lastiger. Danton de levensgenieter maakt zich er wel heel gemakkelijk van af door te stellen dat als iedereen gewoon zijn natuurlijke verlangens zou volgen, de wereld geweldloos zou zijn; want waarom wordt er dan nog zoveel gestreden in de wereld? Mensen als Danton hebben een maatschappij voortgebracht vol burgers die roepen dat het genoeg is, maar vervolgens niks doen, foetert Robespierre. Zelf staat hij daar lijnrecht tegenover; hij dóet tenminste wat. Dat kost misschien wat koppen, maar het zijn koppen die rollen om het voor het volk uiteindelijk draaglijker te maken, om iets te veranderen. Beter dan stilzitten en je kop houden. Die houding van Robespierre is voor Danton dan weer drie bruggen te ver; want hoeveel koppen rollen niet onvrijwillig? De hedonist trekt zich steeds meer terug uit de strijd; uiteindelijk stapt hij in navolging van John en Yoko zelfs met zijn vrouw (Judith Noyons) in bed om er niet meer uit te komen – een bed onder de kansel, met een peace-teken boven hun hoofd. Tja, kun je daar weer van denken: het is lief, het is vredelievend, maar het ligt ook wel heel dicht bij je kop in het zand steken.
Zo slingert de voorstelling je steeds heen en weer, niet in de laatste plaats omdat Kirmiziyüz en Van Dillen briljant het publiek én elkaar weten te bespelen – een fantastisch staaltje retorica geven ze hier ten beste. De aandacht laten verslappen is bijna niet mogelijk. Als je even niet oplet is er wel weer een Kirmiziyüz of een Van Dillen die zijn ogen recht in de jouwe priemt om je te overtuigen van een standpunt dat je net had verworpen omdat je dat van die ander toch nét overtuigender… of nee, toch niet.
Waar twee vechten om een been, loopt een derde ermee heen. Het is uiteindelijk Büchner zelf die de knoop doorhakt en beslist dat je mensen niet tot een revolutie kunt dwingen (dan wordt het moord), maar ze er wel toe kunt uitnodigen. En dus geeft hij, bij monde van zijn protagonisten, het woord aan het publiek (het volk) in de kerkbanken. Dat mag bepalen hoe deze geschiedenis afloopt, de democratie is geboren! Kirmiziyüz en Van Dillen weten het in regie van Van Hezik zo te spelen dat alle toeschouwers uiteindelijk ook echt stelling nemen, zelfs die enkeling die onverschillig in de kerkbanken blijft zitten. De manier waarop ze dat voor elkaar krijgen is wederom briljant.
Dantons dood is het eerste stuk van een vierluik dat Joost van Hezik de komende jaren bij de Toneelschuur zal maken rond het thema ‘Revolutie!’. Vanaf 4 juli speelt de voorstelling nog op het Over het IJ Festival, waar de acteurs de eerste gebruikers zijn van de Oostpassage op station Amsterdam Centraal. Van de Midlandse kerk naar een winkeltunnel in aanbouw; benieuwd wat dat met onze bereidheid tot revolteren zal doen.
Lonneke Kok
Theaterkrant.nl
Verslag Over Het IJ
(...)Ook bij Dantons dood moet je kiezen. Timen Jan Veenstra maakte een stevige bewerking van Büchners klassieker over factiestrijd binnen de Franse revolutie, waarin hij ook de schrijver zelf ten tonele voert. Morele scherpslijper Robespierre (een uitstekende Sadettin Kirmiziyüz) die een soort permanente revolutie predikt staat tegenover de fatalistische hedonist Danton (Justus van Dillen) die zich afvraagt waar de terreur en de moorden ookalweer om begonnen waren.
Regisseur Joost van Hezik maakt er een energieke maar ook vrij warrige voorstelling van. In een betonnen ruimte ergens onder de perrons roepen verfspatters en spandoeken met leuzen de sfeer van een geheime vergadering op, terwijl boven je de treinen en de omroepberichten klinken– de bedrijvige regelmaat van de burgermaatschappij. Mooi is de scène waarin de moord op koningin Marie-Antoinette met veel rode verf een kruising wordt van een executie, een verleiding en performance art.
Aan het eind moet je beslissen: is de menselijke natuur niet veranderen en blijf je zitten voor de sterfscène van Danton, of ga je mee naar buiten met Robespierre om de revolutie voort te zetten? De vertrekkers marcheren onder begeleiding van de Marseillaise het station in en kunnen alvast beginnen aan hun eigen dodenlijsten. Maar net als bij Like me is de keuze tussen genieten en bloedvergieten vals en dat is jammer(...)
Simon van den Berg
Het Parool
Dantons Dood ★★★★
Sorry for the inconvenience”, staat er op een bord voordat de toeschouwer de krochten van Amsterdam CS induikt. Onder de sporen wordt namelijk hard aan een betere wereld geklust door Franse revolutionairen, alleen worden de voormannen – Danton en Robespierre – het nog niet helemaal eens over de methode. Hard, meedogenloos, maar wel deugdzaam is de favoriete bouwwijze van die laatste, terwijl de eerste opteert voor een meer relaxte, maar ook meer mensvriendelijke aanpak.
Met ‘Dantons Dood’ schreef de Duitse schrijver Georg Büchner (1813-1837) een intrigerend stuk over het conflict tussen de twee revolutionairen. Regisseur Joost van Hezik en tekstschrijver Timen Jan Veenstra maakten van die tekst een scherpe bewerking die mooi actueel is zonder dat de voorstelling nadrukkelijk over de diverse hedendaagse revoluties gaat. Eerder gaat de voorstelling – te zien op locatietheaterfestival Over het IJ - over de tijdloze dilemma’s die bij machtsomwentelingen komen kijken: bestaat er iets als de wil van het volk? Is een revolutie niet gewoon het recht van de sterkste? En is grof geweld beter dan lijdzaam niets doen? Van Hezik gebruikt daarvoor een even grimmige als grotekse vorm die prima in de tochtige kelder van het NS-station past. Als een dikgeschminkte kruising tussen levende doden en bizarre pierrots gaan Robespierre en Danton daar hun bittere confrontatie met elkaar, maar ook met zichzelf aan. Zelf twijfelen ze namelijk aan hun eigen methodes, maar die aarzelingen overschreeuwen ze. Revolutie heeft doeners nodig en geen denkers.
Een slimme ingreep van de makers is het toevoegen van het personage van schrijver Georg Büchner. Büchner probeerde ooit zelf met een vlammend pamflet boeren in opstand te laten komen tegen hun landheer. Maar in plaats van de revolutie te ontketenen, gaven de boeren de revolutionair-in-spe aan bij de politie. Persoonlijk teleurgesteld in het middel van de revolutie en door de lijdzaamheid van de mens, schrijft hij vervolgens zijn ‘Dantons Dood’. Hoe hard de personages van zijn stuk hem ook smeken, Büchner weigert daarom stelling te nemen en laat zijn personages verdrinken in hun eigen twijfels over de revolutie en hun rol daarin. Uiteindelijk wenden ze zich dan maar tot het publiek, dat gedwongen wordt een keuze te maken en vervolgens de ultieme consequentie van die keuze onder de neus gewreven krijgen. Geholpen door een groepje uitstekende acteurs weet Van Hezik zo ouder toneelrepertoire weer noodzakelijk te maken op een manier die je niet licht vergeet.
Robbert van Heuven
Trouw
Radicaal antitheater
"...Ook regisseur Joost van Hezik wil radicaal zijn. Hij doet het echter met 'regulier' theater, nota bene opgevoerd in een kerk. Hij liet Timen Jan Veenstra Dantons Dood van Georg Büchner herschrijven tot een opruiend pamflet.
De strijd tussen Georges Danton en Maximilien Robespierre (Justus van Dillen en Sadettin Kirmiziyüz) wordt hier als een bloederige punkrevue uitgespeeld. De twee kopstukken van de Franse Revolutie debatteren met de nodige schwung en proberen toeschouwers te overtuigen van hun gelijk. Vier je het leven of kom je in opstand?
Het mooie is: uiteindelijk moet het publiek daadwerkelijk kiezen. Activist Robespierre roept op de kerk samen met hem te verlaten. De achterblijvende passievelingen krijgen een ouderwets theatrale slotmonoloog en sterfscène te zien. Terwijl buiten in de straten van Midsland de revolutie wordt voorbereid. Radicaal én spectaculair. Dat kan dus ook..."
Vincent Kouters
De Volkskrant
Festival Oerol schuwt tragedie niet
(…) De Franse Revolutie herleeft met opruiende spandoeken in de kerk van Midsland op Terschelling. Tijdens het Oerol Festival vechten Danton en Robespierre, de helden van de revolutie, een strijd op leven en dood uit over idealen als vrijheid en maatschappelijke betrokkenheid in het klassieke toneelstuk Dantons dood van George Buchner in de regie van Colin van Hezik. Het is niet het eerste onderwerp waaraan je denkt tijdens een zomerfestival van luchtige frivoliteit, en daarom des te gewaagder. De expressief zwart-rood geschminkte Robespierre roept de toeschouwers op tot engagement. Danton is zijn elan allang verloren, hij verschanst zich in een kooi. Boven zijn hoofd wappert een banier met de oproep Sometimes we need tragedies.
(…) Deze voorstellingen met het accent op het tragische zijn opmerkelijk maatgevend, zowel naar kwaliteit als inhoudelijk, tijdens een theaterfestival op schitterende locaties. De dood van revolutionair Danton met zijn fatalistische gedachtengoed geldt als een leidraad voor een rijk theaterfestival als Oerol: engagement is geen overbodige luxe. Tot in de diepste duinen fietsen Oerolbezoekers als sterke, eenzame fietsers het theater achterna.
Kester Freriks
NRC Handelsblad
Revolutie aan het IJ ★★★★
(...) Zo kunnen voorbijgangers achter het station zomaar ineens stuiten op met vlaggen zwaaiende protestanten. Het zijn toeschouwers van de voorstelling Dantons Dood. Regisseur Joost van Hezik heeft het gelijknamige stuk van Georg Büchner, over twee kopstukken van de Franse Revolutie die lijnrecht tegenover elkaar stonden, als uitgangspunt genomen, maar voegde daar ook nog eens de visie van de schrijver zelf aan toe. Aan luchtig zomervertier doet Van Hezik niet. Hij neemt zijn toeschouwers mee naar een ruimte onder het spoor, die nog het meeste weg heeft van een donker krakershol en met De Robespierre (Sadettin Kirmiziyüz) en Danton (Justus van Dillen) als felle pleitbezorgers dwingt hij zijn publiek stelling te nemen. Op de barricaden met als gevolg dat er de nodige levens worden geofferd of lijdzaam blijven toezien? Een ijzersterke vinding die je als toeschouwer regelrecht raakt, de actualiteit aanduidt en de tongen losmaakt. Niet voor niets heeft ook Toneelgroep Amsterdam dit stuk het komende seizoen op het repertoire staan(...)
Esther Kleuver
De Telegraaf