top of page

Bedrog • Theatergroep Suburbia

Olivier Diepenhorst regisseert de moderne klassieker Bedrog van Harold Pinter. Over ontrouw, intriges en vriendschap.

Emma en Robert zijn getrouwd, Jerry is de beste vriend van Robert, Jerry en Emma zijn minnaars, Robert weet van de affaire, maar Jerry weet niet dat hij het weet….

Iedereen bedriegt iedereen in deze geraffineerde driehoeksverhouding. Maar het grootste bedrog plegen Emma, Robert en Jerry uiteindelijk aan niemand anders dan aan zichzelf.

Harold Pinter is een van de grootste Britse toneelschrijvers en schreef Bedrog als een reis terug door de tijd. In negen verschillende momenten ontrafelt Pinter op ingenieuze én genadeloze wijze het web van leugens en intriges.

Regisseur Olivier Diepenhorst maakte voor Suburbia eerder het lovend ontvangen Eenzame begeerte: “Prachtige, verstilde momenten creëren op het toneel: dat kán deze regisseur.” (NRC).

spel Justus van Dillen, Matthijs IJgosse, Jessie Wilms tekst Harold Pinter regie Olivier Diepenhorst kostuums Nicky Nina de Jong decor Ilona Overweg licht Yuri Schreuders

Regisseur Olivier Diepenhorst zet Harold Pinters 'Bedrog' volledig naar zijn hand: alle subtiliteit gaat overboord ★★★

Hier is niet de taal het wapen, maar het grote gebaar.

Bedrog 2.0 - dat zou een betere titel voor de voorstelling zijn geweest dan Bedrog. Want wat regisseur Olivier Diepenhorst en zijn acteurs in deze productie van Theater Suburbia met Harold Pinters toneelstuk uit 1978 doen, is het stuk volledig naar hun hand zetten. Dat is hun goed recht, en tot op zekere hoogte ook spannend, maar het geeft deze gelaagde driehoeksverhouding ook iets gewoontjes, iets oppervlakkigs, iets alledaags.

Dit zijn Pinters inmiddels klassieke personages: Emma en haar man Robert, die ogenschijnlijk een prima huwelijk hebben, met daarnaast Jerry die zowel Roberts beste vriend als Emma's minnaar is. Pinter laat de handelingen plaatsvinden tussen 1977, als de relatie tussen Emma en Jerry al twee jaar voorbij is en ze elkaar toevallig weer tegenkomen, en 1968, het jaar waarin hun liaison begon. In de scènes daartussen wordt de toeschouwer deelgenoot van alle stadia van in dit huwelijksbedrog, dat op meerdere fronten ook nog wederzijds blijkt te zijn. Aldus ontstaat een intrigerend schouwspel van mensen die qua hartstocht van alles willen maar hopeloos in de knel raken en alles en iedereen beschadigen.

Diepenhorst verplaatst het stuk naar het nu en begint in de toekomst: 2028. Van daaruit telt hij terug naar 2019. De flat die Emma en Jerry jarenlang als geheim liefdesnest hebben gehuurd is aan het eind leeg, en hun levens in wezen ook. De regisseur gooit ook alle Pinter-stijlmiddelen overboord: dus geen betekenisvolle stilten en onheilszwangere pauzen, geen dialogen op hoog niveau, geen keurige, onderhuids smeulende passie, woede of teleurstelling.

De drie acteurs spelen alle emoties helemaal uit, met veel fysiek geweld, in modieuze kleding, of simpelweg in onderbroek of beha. Vreemdgaan doe je tenslotte niet in een net pak. Het acteren wordt ondersteund door overdadige mimiek, met rollende ogen, vermoeid zuchten en veel heftige gebaren. Dat doen ze op zich knap, maar het maakt alles wel erg uitgesproken. Bij Pinter wil je hoe dan ook dat er iets te raden overblijft, maar hier is niet de taal het wapen, maar het grote gebaar.

Jessie Wilms is als Emma de eigenlijke buitenstaander, hoe ze ook probeert het middelpunt te zijn. In deze versie draait het om de mannen, en de bij Pinter altijd op de loer liggende homoseksuele ondertoon binnen mannenvriendschappen krijgt dan ook nogal wat nadruk. Justus van Dillen is als Robert op een fijne manier ongrijpbaar, Matthijs IJgosse heeft de jongensachtige bravoure die zijn interpretatie van allemansvriend Jerry recht doet.

Bedrog gaat over mensen uit de betere culturele kringen: uitgever, literair agent, galeriehouder. Los van de driehoeksverhouding zet Pinter in een paar rake observaties die wereld genadeloos te kijk. Dat maakt deze opvoering toch de moeite waard.
 

Hein Janssen

De Volkskrant

Diepenhorst houdt zijn generatie een spiegel voor

‘Weet je wat jou en Emma bindt? Jullie houden van literatuur’, bijt Robert zijn beste vriend Jerry toe. Volgens de regieaanwijzingen van Harold Pinter bevinden beiden zich in een Italiaans restaurant. In de regie van Olivier Diepenhorst rennen beide mannen rondjes over het toneel en gaan fysiek met elkaar in gevecht. Emma speelt bij dit alles de Italiaanse restauranthouder en houdt zich volkomen afzijdig, zelfs als Robert woedend schreeuwt: ‘Waar blijft onze lunch!’

Het is de sterkste scène van deze voorstelling waarin moeiteloos in tijd en ruimte geschakeld wordt zonder dat daarvoor ingewikkelde verkleedpartijen of decorwisselingen nodig zijn. Decors of rekwisieten zijn zelfs helemaal afwezig. De sprongen in de tijd worden simpelweg getoond door opgehangen lakens waarop verschillende jaartallen staan. Aan het eind liggen al die lakens op het speelvlak en is het bedrog tot op de kern afgepeld.

Het geeft de voorstelling een enorme vaart mee, maar haalt ook de onderkoelde subtiliteit uit Pinters tekst. Dit wordt versterkt door de artificiële speelstijl, waarin ironie overheerst en dialogen niet zelden met het gezicht naar het publiek gespeeld worden. Tegelijkertijd past dit bij het bedrog, waarin de verschillende personages, of ze nu bevriend, getrouwd of minnaars zijn, elkaar niet echt kennen.

Bedrog (1978) is een van Pinters bekendste stukken, in ons land de laatste vijftien jaar gespeeld door onder meer Toneelgroep Amsterdam, De Paardenkathedraal en Toneelspelersgezelschap Stan. Oppervlakkig bekeken is het een relatiedrama over een klassieke driehoeksverhouding, waarin Emma (Jessie Wilms) haar echtgenoot Robert (Justus van Dillen) zeven jaar lang bedriegt met zijn beste vriend Jerry (Matthijs IJgosse). Daaronder gaat het over verraad, verlatingsangst en bovenal over zelfbedrog. Stuk voor stuk negeren alle personages overduidelijke signalen, ze kleuren herinneringen in, zien vooral wat ze zelf willen zien.

Hierbij speelt de structuur van het stuk een cruciale rol: het begint bij het einde en gaat in iedere scène terug in de tijd, waardoor het publiek vanaf het begin meer weet dan de personages. Een slimme vondst van Diepenhorst is dat hij het stuk niet, zoals gebruikelijk, laat spelen door oudere acteurs, maar door de dertigers van het eind van de voorstelling die aan het begin van het bedrog staan. De eerste scène speelt zich daarom af in 2028 en we eindigen in het nu, in 2019.

Zo toont Diepenhorst zijn generatie, die nu net begonnen is met een huis kopen en kinderen krijgen, een verontrustend toekomstvisioen, en geeft daarmee aan dit repertoirestuk voor die doelgroep urgentie mee. Aan verdere actualisering van Pinters tekst doet hij niet. De vertaling is dezelfde als die van Toneelgroep Amsterdam twintig jaar geleden, ook hier speelt bijvoorbeeld een onderschepte brief een grote rol. Zo’n detail maakt het voor de dertigers van 2019 wel meteen gekunsteld, want anno 2019 ontdekt niemand meer dat een partner een affaire heeft door een geheime brief, maar via apps en privé-berichten op de smartphone.

Het komische aspect zet Diepenhorst iets te zwaar aan, waardoor enkele scènes aan de oppervlakte blijven steken. Toch overtuigt de voorstelling, want Bedrog in 2019 realistisch spelen, met gelikte decors, zou Pinter reduceren tot risicoloos museaal theater.

 

Henri Drost

Theaterkrant.nl

Please reload

Overspel is bijzaak in deze hedendaagse relatieschets ★★★

De Engelse toneelschrijver Harold Pinter schreef in 1978 met 'Bedrog' ('Betrayal') een fijnmazig toneelstuk voor drie acteurs over overspel. Hierin hanteerde hij een beroemd geworden omgekeerde chronologie: het stuk begint na de beëindiging van een buitenechtelijke affaire en eindigt met het begin ervan. Zo blikken we in een negental scènes 'achteruit' met een bittere nasmaak reeds rond de lippen: we weten waartoe deze driehoeksrelatie leidt.

Olivier Diepenhorst speelt in zijn versie bij Suburbia het spel met de tijd nog extremer. We beginnen in de toekomst en blikken achteruit terug op het heden. Alsof er nog invloed valt uit te oefenen op dit verhaal over liefde en verlangen en de meedogenloze cadans van het leven - niet voor niets laat de regisseur de rollen van de veertigers spelen door drie jonge acteurs die nog een heel liefdesleven voor zich hebben.

In hun spel wordt de chronologie ook nog eens gespiegeld. Als Emma (Jessie Wilms) haar amant Jerry (Matthijs IJgosse) jaren na hun affaire vertelt dat ze bij haar man Robert (Justus van Dillen) weggaat, gebeurt dit met de onwennige distantie van een prille ontmoeting. Terug in de tijd wordt die afstandelijke speelstijl - soms te cynisch-gemaniëreerde gilletjes en geaffecteerde gebaartjes - doorleefder en laten de acteurs gaandeweg de terughoudendheid varen. Letterlijk dwalen ze door de tijd, tussen stoplappen waarop in onvaste vegen jaartallen zijn geschilderd.

De tijd is hier de enige oprechte factor, onverbiddelijk valt doek na doek. Niet alleen was Emma haar man langdurig ontrouw met zijn beste vriend Jerry, deze heeft niet geweten dat Robert hier al lang van afwist. Pinter schetst een web van leugenachtigheid en onvermogen, in een kunstzinnig milieu van succesvolle mensen. Over alles en iedereen wordt gekeuveld, behalve waar het echt over zou moeten gaan. Het huwelijksbedrog is bijzaak, het draait vooral om de gebutste vriendschap tussen de trotse maar van innerlijke woede overkokende Van Dillen en de licht neurotische IJgosse, die met zijn kekke maatpakken het toonbeeld van zelfgenoegzaamheid is. Hun interactie leidt tot mooie fileersessies van de menselijke psyche.

Diepenhorst, een van Nederlands opvallendste regietalenten, laat zijn acteurs ervoor gaan. De ingehouden spanning waar Pinter beroemd om is, is daarmee naar de achtergrond verbannen.

Ook de vervreemdende dreiging die Pinter van het alledaagse uit laat gaan is hier foetsie. Suburbia brengt dan ook geen 'Bedrog' in Pinteriaanse zin, wel een hedendaagse relatieschets met een paar pittige rafelrandjes. Wanneer de modieuze outfits van de personages plaatsmaken voor naakte huid, zijn de façades van een waarachtig leven al gevallen. Dankzij de terugwerkende oerkracht van de tijd.

Alexander Hiskemuller

Trouw

Regisseur Olivier Diepenhorst geeft Pinter een nieuwe dimensie ★★★

Meestal worden toneelstukken van Harold Pinter ingetogen gespeeld met veel ruimte voor stiltes. In Bedrog, zijn bekendste stuk, zijn de acteurs altijd veertigers of vijftigers. Regisseur Olivier Diepenhorst doet het bij Suburbia anders.

De acteurs zijn net als de regisseur dertigers en hebben het goed, maar ook bij hen kan het huwelijk stuk lopen, aldus Diepenhorst in een interview, die in het spelen van Bedrog een bezwering ziet van zijn eigen angst. Emma heeft een affaire met Jerry, de beste vriend van haar man Robert die zelf ook vreemd gaat. Pinters verhaal begint in het nu en eindigt in het verleden. Daardoor weten wij als toeschouwers gedurende de hele voorstelling meer dan de personages waar we naar kijken. Dit zorgt voor een nogal wrange beleving van de gesprekken die Emma, Jerry en Robert met elkaar voeren.

Jessie Wilms, Justus van Dillen en Matthijs IJgosse zijn aantrekkelijke acteurs om naar te kijken. Ze kregen van hun regisseur een nogal artificiële, maar ook zeer fysieke speelstijl mee waar de acteurs goed raad mee weten. In het uitbundige spel is geen ruimte voor stiltes, maar wel voor veel mimiek en er wordt harstochtelijk gevochten en gevreeën. De dialogen worden nadrukkelijk onnatuurlijk, soms met lichte stemverheffing uitgesproken wat een vervreemdend effect heeft. Dit past goed bij Pinters mysterieuze teksten. Het zorgt ook voor afstand tussen de personages en de kijker, maar ook dat is onlosmakelijk verbonden aan het oeuvre van de Britse toneelschrijver. Zo respecteert regisseur Diepenhorst het particuliere karakter van Pinter en voegt daar zijn eigen nieuwe dimensie aan toe.

Jos Schuring

Scènes

Please reload

bottom of page