Kwartet • Toneelschuur Producties
Wat is een man? Wat is een vrouw? Wat is seks? Wat is lust? Wat is liefde? Wat is macht? Wat is overgave?
De samenleving is een door onszelf gefrabiceerde constructie om ons te verdedigen tegen de krachten van onze natuur. Zonder dit kader zouden we reddeloos heen en weer worden geslingerd op de barbaarse zee die onze natuur is. Het is onze redding en een muilkorf.
In Kwartet hebben Merteuil en Valmont zich ontworsteld aan de morele restricties van de samenleving en wroeten in de krochten en beperkingen van hun natuur. Door postmoderne taalconstructies zoeken zij hun weg naar hun eigen ziel en vooral naar elkaar. Ze herleven hun gedeelde en ongedeelde verledens in een bij vlagen wreed spel op leven en dood. Ze spelen hierbij zichzelf, elkaar en elkaars minnaars.
Het stuk speelt zich af aan de vooravond van de Franse Revolutie of aan het einde van de Derde Wereldoorlog. God is dood, de Verlichting is uitgedoofd en Merteuil en Valmont leven tussen de restanten van de wereld, in het landschap van de herinnering aan hun liefde. Het enige wat hen rest is het doden van de tijd door gepassioneerd oorlog te voeren met het machtigste wapen dat ze bezitten: de taal.
Wat is een mens als hij wordt teruggebracht tot de kern van zijn natuur? Een beest? Een lichaam? Een ziel? Niets?
regie Nina Spijkers tekst Heiner Müller spel Justus van Dillen & Xander van Vledder vertaling Marcel Otten decor Ruben Wijnstok kostuums Ilona Overweg licht TIm van 't Hof geluid Timo Merkies dramaturgie Martine Manten foto's Robert van der Ree
Perverse naast sterke verhalen
Twee jonge regisseurs debuteren bij gerenommeerde theaters met twee liefdesdrama's. Beiden blijken talentvol, het verschil zit hem in de stukken die zij kozen.
Kwartet ★★★★
Hoe mannen en vrouwen samenleven, liefhebben, seks hebben, of juist niet, daarover zal nog lang theater worden gemaakt. De jongste generatie theatermakers toont zich in elk geval wederom gefascineerd door de (koude) oorlog tussen de seksen.
Twee regisseurs die in 2014 afstudeerden aan de Amsterdamse regieopleiding debuteren met klassiek teksttoneel hierover. Nina Spijkers (1988, dochter van Jaap Spijkers) bewerkte Kwartet, Heiner Müllers ontuchtige taalkunstwerk over twee verdorven geliefden. En Jan Hulst (1987, zoon van Kees Hulst) stortte zich op The Woods, een redelijk onbekende tekst van David Mamet. Over een jong stel dat hun vastgelopen relatie probeert op te peppen tijdens een verregende vakantie in het bos.
Dat Hulst en Spijkers talentvol zijn, blijkt direct uit de vormvaste hand waarmee ze regisseren. Beiden overrompelen hun kijkers eerst met een sterk en dominant toneelbeeld - een echt graslandschap met coniferen in The Woods; een troebele vijver in Kwartet. Vervolgens laten ze daarin hun acteurs een fysieke en tegelijk beheerste (zeker wat betreft de taal) performance geven.
(...)
Terwijl die rolpatronen bij Spijkers juist ter discussie staan. Zij laat de twee personages in Kwartet, de eveneens verveelde en redetwistende Markiezin de Merteuil en Vicomte de Valmont, spelen door twee mannen: de hier ongeëvenaarde Xander van Vledder en Justus van Dillen.
Telkens wisselend van rol en nagenoeg naakt door het water wadend, proberen ze elkaar op te winden met hun perverse fantasieën en abjecte zinnebeelden. Door deze verrassende rolopvatting en de consequent uitgevoerde symboliek in beeld en beweging lukt het Spijkers om Müllers veelgespeelde Kwartet te veranderen en te verrijken. Geen geringe prestatie, die doet uitkijken naar wat ze nog meer kan.
Vincent Kouters
De Volkskrant
Nina Spijkers houdt als enige alle ballen in de lucht
ITs Festival Van de toneelscholen in Maastricht en Amsterdam studeren dit jaar 11 nieuwe regisseurs af. Wat is de kwaliteit van hun werk?
(…) Van de vier afstuderende regisseurs van Amsterdam is Nina Spijkers de enige die alle ballen in de lucht weet te houden, met Heiner Müllers Kwartet. Prachtig, verontrustend decor: een beklemmende bak troebel, melkwit water en een paar rubberbanden die als sobere rekwisieten dienen. Slimme, originele casting en sterk, consequent spel van acteurs Xander Vledder en Justus van Dillen. Spijkers toont beheersing over alle facetten van een toneelproductie, waardoor het totaal de som der delen overstijgt. Voorwaar een proeve van bekwaamheid. Al wil dat natuurlijk niet meteen zeggen dat de anderen uit haar afstudeerklas niet óók beloftes zijn. (…)
Herien Wensink
NRC Handelsblad
Speeldrift
Een van de intrigerende ITs-voorstellingen is alweer gepasseerd als u dit leest en keert hopelijk komend najaar nog ergens terug: Kwartet van Heiner Müller, een klassiek geworden duel duet voor Valmont en Merteuil, twee beschaafde figuren die ooit ter wereld kwamen met een gouden lepel in hun strot. Ze leven aan de vooravond van de Franse Revolutie (zoals wij uit hun angstaanjagende samenzang vernemen) of aan het eind van een allesvernietigende wereldoorlog. Ze spelen zichzelf en elkaars zelf, elkaars minnaars en minnaressen, hun geperverteerde bewuste zijn en de spelonken van hun nachtmerries. Ze worden hier getoond en verbeeld door twee mannen, twee naakte in ondergoed en nylonkousen gehesen jongens, Justus van Dillen en Xander van Vledder. Regisseur Nina Spijkers laat ze niet, of althans niet uitsluitend, de afdruk spelen van twee retorisch begaafde maar zwaar beschadigde neuroten, zoals vaak gebeurt in voorstellingen van Kwartet. Ze heeft met deze twee briljante toneelspelers de concrete lagen gezocht in de grafzerkmarmeren tekst en daarvoor een fysieke vertaling gevonden, een beeldende wijze van spelen die mij naar de rand van mijn stoel jaagde en me daar een uur en veertig minuten hield.
Vormgever Ruben Wijnstok ontwierp een vochtig keldergewelf met stapels autobanden als speeltuinattribuut. Lichtontwerper Tim van 't Hof zorgt voor een schimmenspel dat refereert aan de Duitse stomme film uit de jaren twintig, maar dan zodanig geraffineerd dat je als kijker als het ware naar binnen wordt gewurgd. Het geluidsdecor van Timo Merkies springt je als een bloedzuigende vleermuis in je nekvel. En binnen die constructie wordt een stevige pot sterk, schoongemaakt, vormvast en onijdel gespeeld.
Ik hoor het de oude rotten in het vak van toneelmaken, de vrouwen en mannen die geen bald voor de mond nemen, die niets te verliezen hebben en derhalve geen angst meer hebben om te 'uiten wat wij voelen / wat niet past’ (om de slotregels van King Lear te citeren), de laatste tijd opvallend vaak zeggen: de nieuwe generatie toneelmakers, de jonge mensen die op dit moment rammen op de poorten van kunstburchten, zij tonen, naast een enorme speeldrift en een schier ongebreidelde verbeeldingskracht, ook en vooral een niet te temmen gretigheid. Zij willen en moeten naar binnen. Ze kunnen niet wachten. Die nadrukkelijk niet destructieve en zeer creatieve drift maakt deze toneelverslaggever in die afmattende laatste dagen van juni bij tijd en wijle intens en bijna mateloos gelukkig. Dat u het weet.
Loek Zonneveld
De Groene Amsterdammer
Een kwartet om niet te missen ★★★★
Voor de tweede keer dit seizoen Kwartet, de koude oorlog van het minnen voor twee mensen die aan de donkere kant van de beschaving zijn beland. En aldaar doen waar ze het beste in zijn: spelen.
Hier zwaait een toneelteam af, de gelukkige combinatie van een regisseur, drie ontwerpers in de vormgeving en een producent. Ze werken samen met twee acteurs en een geluidsontwerper aan één kunstwerk. Het lukt aan de Amsterdamse Jodenbreestraat en in de Theaterschool aldaar steeds beter, zo’n chemie tussen vaklui. Wat heet, het resultaat, de voorstelling Kwartetstaat als een huis. Beter: als een verregend mausoleum, een dodenhuis.
Valmont en Merteuil zijn twee beschaafde figuren die ooit ter wereld kwamen met een gouden lepel in hun strot. Ze wonen nu aan de vooravond van de Franse Revolutie (zoals wij uit een angstaanjagende samenzang vernemen), of aan het eind van een allesvernielende wereldoorlog. Ze spelen. Zichzelf. En elkaar. En elkaars minnaars.
Kwartet is de bekendste toneeltekst van Heiner Müller (1929-1995). Volgens kwaadaardig persmuskietengespuis is het ook zijn enig speelbare.Dat staat te bezien, maar doet hier niet terzake. Kwartet wordt vaak gespeeld door een man en een vrouw. Hier niet. Het dubbelgespiegelde en achterstevoren gedraaide rollenspel van de twee natuurkunstcatastrofefiguren (om Thomas Bernhard te parafraseren) Valmont en Merteuil wordt hier gespeeld door twee mannen, twee naakt in doorzichtig ondergoed gehesen jongens eigenlijk.
Nina Spijkers heeft ze niet, of althans niet uitsluitend geregisseerd als twee retorisch begaafde, maar zwaar beschadigde neuroten. Ze heeft in werkelijkheid met haar twee briljante acteurs de concrete lagen in de grafzerkmarmeren tekst opgezocht en daarvoor een fysieke vertaling gevonden die mij een uur en veertig minuten vanaf het eerste moment naar de rand van mijn stoel heeft gejaagd en me daar heeft gehouden. Vakwerk met het oog op de bal. Zang en tekst afgewisseld. De typografie van de tekst, inclusief eigen varianten van het spreken van in kapitalen gedrukte of in hoofdletters omgezette zinnen: unisono, staccato.
Het rollenspel binnen het seksspel tussen Valmont en Merteuil bijvoorbeeld is een frappant en geraffineerd brokstuk Heiner-Muller-Comedia-dell’arte waar de maestroauteur grijnslachend zijn vingers bij zou hebben opgepeuzeld. Vormgever voor het decor (Ruben Wijnstok) heeft een vochtig keldergewelf ontworpen met een verrassende bewatering en een uitdaging om met autobanden vorm en spel naar eigen hand te zetten. Lichtontwerper Tim van ‘t Hof zorgt voor een schimmenspel dat onder meer refereert aan de Duitse stomme film, maar dan zo geraffineerd dat je als toeschouwer in dat beeld naar binnen wordt gezogen. Ilona Overweg heeft het beste in zichzelf en de haar toegewezen toneelspelers naar boven ontworpen, van de manier waarop de genitaliën in de maillots zijn opgeborgen, tot het aanvullend jassen- en pruikenwerk en niet te vergeten de dameskousen met strikjes.
Floor Cremers heeft dat allemaal bij elkaar geproduceerd en er ongetwijfeld mede voor gezorgd dat Timo Merkies een spelonkachtig geluidsdecor heeft geproduceerd dat van zo ver weg klinkt dat het als een vampier in je nek springt. Dat Justus van Dillen (Valmont) en Xander van Vledder (Merteuil) een behoorlijk potje kunnen toneelspelen, dat wisten we, maar eerlijk is eerlijk, zo sterk en scherp en vormvast en onijdel en precies jonglerend met zo’n geweldige maar lastig te temmen tekst, zag ik ze nog niet eerder. Nu alvast een kroonstuk op het aankomende Internationaal Theater School Festival ITs in juni. Mis dit niet!
Loek Zonneveld
Theaterkrant.nl
Kwartet van Heiner Müller
De voorstelling was een van de opmerkelijke wapenfeiten tijdens het Internationaal Theaterscholen Festival Its, in juni 2014. Een sterke samenwerking ook van afstuderende ontwerpers (Ruben Wijnstok, Ilona Overweg, Tim van ’t Hof) en regisseur Nina Spijkers. Omdat die laatste een van de nieuwe jonge regisseurs wordt van de Haarlemse Toneelschuur, komt haar voorstelling nu eerst in een korte reprisetournee terug: Kwartet van Heiner Müller (1929-1995). Die productie staat als een huis. Wat heet: als een verregend mausoleum, een dodenhuis. Valmont en Merteuil, twee beschaafde figuren uit de betere kringen, leven aan de vooravond van de Franse Revolutie (of in de nadagen van een allesvernietigende Derde Wereldoorlog) samen in een spookslot. Twee retorisch begaafde maar zwaar beschadigde neuroten, man en vrouw, hier gespeeld door twee mannen, spelen een rollenspel met daarbinnen een kleurrijk pallet aan seksspelletjes. Ze beleven en herbeleven hun gedeelde en ongedeelde verledens. Ze spelen. Zichzelf. Elkaar. Elkaars minnaars. Hun machtigste wapen is de taal.
Justus van Dillen en Xander van Vledder spelen op de toppen van hun kunnen. Ruben Wijnstok heeft een vochtig keldergewelf ontworpen met een inventieve bewatering en autobanden als voornaamste rekwisiet. Tim van ’t Hof heeftspooky licht gemaakt, een schimmenspel dat sterk aan de Duitse stomme film doet denken. Ilona Overweg heeft een inventieve manier gevonden om genitaliën in maillots op te bergen, met aanvullend jassen- en pruikenwerk en niet te vergeten: wonderschone dameskousen met strikjes. Timo Merkies heeft een spelonk-achtig geluidsdecor gecomponeerd dat zo ver weg klinkt dat het als het ware als een vleermuis in je nek springt. En Nina Spijkers heeft haar twee spelers gebracht tot een scherp, vormvast en onijdel toneelspelen. Ze jongleren prachtig met die geweldige, lastig te temmen tekst.
Het is dit jaar twintig jaar geleden dat Heiner Müller stierf. Zijn teksten werden toen door veel toneeljournaille ook maar meteen dood verklaard – het zou as zijn, waarop niets meer wil groeien. Deze voorstelling bewijst ijzersterk het tegendeel.
Loek Zonneveld
De Groene Amsterdammer